Een cultuur neerzetten op school (Deel II)

“The curse of knowledge” (de vloek van kennis), misschien heb je hier wel eens van gehoord. Hoe meer je weet, hoe moeilijker het ook is om je in te beelden hoe het was toen je het nog niet wist. Vaak is dit zelfs onmogelijk. Ik durf te wedden dat het je niet lukt om naar deze tekst te kijken, zonder de betekenis te zien i.p.v. enkel de symbolen van de letters.

Ook op het vlak van gedrag lijkt het wel alsof we last hebben van the curse of knowledge. We nemen vaak automatisch aan dat leerlingen wel weten hoe ze zich moeten gedragen. Dat is toch logisch? Je komt toch rustig een klaslokaal binnen? Je bent toch stil als iemand anders praat? Ik weet niet hoe het bij jullie ging vroeger, maar ik ben maar wat blij dat mijn ouders en docenten me dit geleerd hebben. Ik deed dit namelijk niet uit mezelf, weinig kinderen zullen dit doen zonder dat ze het goede voorbeeld hebben gekregen (thuis of op school). Aangezien sommige kinderen die voorbeelden thuis niet hebben, is het onze taak om hen dit te leren.

In al die jaren in het onderwijs heb ik heel veel drukke klassen gezien, ingelaste vergaderingen met “hoe gaan we dit nu weer aanpakken?”, individuele plannen van aanpak,… zelden heb ik zoiets écht effect zien hebben op lange termijn. Meestal was het aanmodderen tot het schooljaar om was. Ik heb het al eerder in mijn blog gezegd, dit gebeurt áltijd met de beste intenties, dus dit is absoluut geen verwijt. Het is gewoon de waan van de dag en je zit in een systeem waarbij er gewoon geen andere optie is. Je loopt meer achter de feiten aan en reageert op problemen wanneer die zich voordoen.

Bij het begin van onze onderwijsvernieuwing kregen we héél veel commentaar op hoe we omgaan met gedrag, vooral van mensen die nog nooit op bezoek waren geweest en nonsensverhalen horen van anderen.
Ondertussen is de overgrote meerderheid van de ouders zéér positief (en de leerlingen overigens ook). Ook de kritiek van de omgeving wordt minder, maar er zullen altijd wel mensen blijven die dit systeem niet goed vinden. Dat is hun volste recht, ik vind sommige andere systemen ook niet goed.

Het grote verschil is dat we nu zeer proactief werken. We wachten niet tot het verstorende gedrag zich voordoet. We zorgen er enerzijds voor dat de kans op dit gedrag zeer klein is door vooraf duidelijk te zijn over de consequenties én door heel duidelijk te laten zien wat we verwachten. “Je komt rustig de klas binnen.” Wat is rustig? Mag je dan praten? Wat de ene rustig vindt, vindt de andere weer redelijk druk. Die grijze zone halen we er zo veel mogelijk uit. Overigens zijn we niet enkel duidelijk over de negatieve consequenties, ook over de positieve! Echter zijn de beloningen onvoorspelbaar om sociaal gewenst gedrag te voorkomen. Later meer daarover.

Ik omschrijf even hoe een lesdag voor onze leerlingen eruit ziet:
Wanneer de eerste bel gaat, komen de leerlingen via de grote trap naar de bovenste verdieping waar ze les hebben. Er zijn meerdere routes naar boven, maar we hebben met hen geoefend welke route ze moeten nemen voor en na de les en tijdens leswisselingen. Wanneer de leerlingen door de klapdeur komen, die toegang geeft tot de gang met lokalen, wordt er gefluisterd. Dat is gewoon de norm die we uitdragen, net zoals je in een ziekenhuisgang of in een kerk ook niet gaat schreeuwen. Als leerlingen leren dat dit de norm is, houden ze zich hier automatisch aan.
Natuurlijk zijn er af en toe leerlingen die wat harder praten, maar daar wordt meteen wat van gezegd door een docent. Roepende, rennende, duwende leerlingen zul je hierdoor niet zien.

In de gang ligt een duidelijke gele lijn in het midden. De leerlingen lopen rechts van die lijn met maximaal twee naast elkaar. Ze hoeven niet in rijtjes te lopen hoor (of hand in hand, zoals sommige kritische buitenstaanders lacherig beweerden), maar ze mogen niet de volledige breedte van de gang gebruiken.
Op deze manier krijg je een zeer veilige omgeving voor iedereen. Als je als kleine, verlegen leerling je een weg moet banen door een groep die de hele gang verspert, ben je blij met deze afspraak. Door rechts te lopen, gaan leswisselingen ook heel vlotjes. Welke docent heeft zich nog nooit een weg moeten banen tussen de leerlingen, op weg naar zijn volgende les? Wel, ook dát voorkom je met zo een maatregel.

Ik kan ook niet genoeg benadrukken dat geen enkele leerling dit gek vindt. Iedereen (ook personeel) loopt nu gewoon automatisch rechts.

Wanneer de leerlingen aankomen bij het lokaal en de docent is er al, mogen ze meteen naar binnen. Als de docent er nog niet is, vormen ze een rij op de aangewezen plaats en wachten ze. Ze mogen dan nog zachtjes fluisteren. Vervolgens komen de kinderen in stilte het lokaal binnen, lopen ze naar hun tafel en pakken meteen alle spullen die ze die les nodig hebben op de tafel (etui, schrift, map/ boek). De les begint namelijk meteen! Soms staat er al een retrieval-oefening op het bord, soms begint de docent meteen met herhalingsvragen, maar een les begint meteen. Ook dit maakt deel uit van de cultuur die we neerzetten op school, élke minuut van de les telt!

Ook tijdens de les hebben we uiteraard routines. We hebben bv. geoefend hoe de leerlingen hun wisbordje omhoog moeten houden zodat de docent het snel kan zien (onder je kin, dus niet hoger, anders ziet de docent de antwoorden er achter niet).
Wanneer leerlingen in mijn les hun spullen mogen opruimen en hun agenda moeten pakken, gebeurt dit óf in stilte, óf ik laat hen een deel van een gedicht opzeggen dat we uit het hoofd hebben geleerd (Little Red Riding Hood). Je denkt misschien dat de leerlingen dit superstreng vinden… en ja, in het begin wel. Nu zijn ze trots dat ze een gedicht kunnen opzeggen terwijl ze terzelfdertijd iets anders doen. Ze hebben ook geleerd dat dit hun werkgeheugen meer belast en dat ik dit opzettelijk doe om het moeilijker te maken.

Onze leerlingen hebben daarnaast allemaal een doorzichtig etui. Ze weten precies wat er in moet zitten. Twee blauwe pennen, twee groene pennen, twee whiteboard-markers, een groene, oranje en gele markeerstift, een liniaaltje, een gum, een potlood. Er zitten dus geen zaken in die niet nodig zijn, waardoor een leerling te lang moet zoeken naar wat nodig is of afgeleid is door een leuk speeltje.
Ook hiervan kun je zeggen “Goh, dat gaat wel erg ver.”, maar best veel leerlingen vinden het erg fijn hoor. Het is gewoon erg duidelijk.
In dit systeem hebben we aandacht voor elk detail, ik durf zelfs te beweren dat details het verschil maken.
Uiteraard zullen er ook etuis zijn waar wat extra potloden in zitten o.i.d., we houden geen wekelijkse etui-controles.

Wanneer een les afgelopen is (de docent geeft les tot de bel gaat), mogen de leerlingen hun spullen opruimen en blijven ze zitten tot de docent een seintje geeft dat ze mogen gaan. Ze stormen dus niet als een groep naar buiten, maar de docent laat hen op deze manier rustig de gang op gaan naar de volgende les.
Dit gaat overigens op dit moment nog niet altijd zo strak hoor, dat hoeft ook niet. Het gaat er om dat ze rustig de gang op gaan en niet staan dringen bij de deur.

Hoe zorgen we nu voor die routines? Wel, voorheen hadden we in de eerste week van het schooljaar met klas 1 een “introductieweek” gevuld met allerlei leuke activiteiten en uitstapjes. Die week hebben we anders ingericht.
Dit is het programma van die week:
–> dinsdag:
– Kennismaking
– Hoe kom ik de klas binnen en gedraag ik me op de gang (wordt geoefend)
– Wat zit er in mijn etui? Hoe gebruiken we wisbordjes?
– Wat is leren? (Hier leggen we uit dat je enkel leert als er een wijziging in je LT-geheugen. We vertellen hen over het werkgeheugen en laten hen de beperking ervan ervaren.)

–> woensdag
– Classcharts: het werken met merits en demerits
– Les in vriendelijkheid, dankbaarheid.
– Maatwerkuren (hier later meer over)

–> donderdag
– sportactiviteit
– Hoe ga je om met conflictsituaties? Wat doe je als je het niet eens bent met een demerit. (We leren hen d.m.v. rollenspellen hoe ze het gesprek met een docent moeten aangaan wanneer ze in hun ogen onterecht een demerit krijgen)

–> Vrijdag
mini-lesjes voor de ouders waarbij de kinderen zelf vertellen aan hun ouders hoe de lessen en routines werken en dit ook met hen oefenen.

Als we zien dat een routine meer herhaling nodig heeft, gebeurt dit in de mentorles. Ook na de herfstvakantie, kerstvakantie, enz… plannen we de eerste twee lesuren in om routines te herhalen en uit te breiden. We herhalen in die twee uur niet enkel saai die routines, maar leren hen ook mnemonics of laten hen een filmpje zien van “Mindfuck” (sociaal experiment over vriendelijkheid en hoe mensen reageren op onbeschoft gedrag), we leren hen het Major System (een systeem om bv. jaartallen te onthouden) of leggen hen uit wat Dual Coding is (de vakdocent pikt dit dan op in de les zelf).

In het voorgaande stukje las je dat we werken met “merits” en “demerits”. De werking van dit systeem is stof voor een volgend blog. Wel wil ik vast een tipje van de sluier oplichten:
We leggen de lat hoog voor de leerlingen en we hebben duidelijke regels, echter durf ik te wedden dat ze veel minder straf krijgen dan op heel wat andere scholen (of dan bij ons vóór dit systeem). We werken namelijk niet met strafregels. Het is zeer onduidelijk wanneer een leerling voor “door de les heen praten” bij de ene docent twee bladzijden straf krijgt en bij de andere slechts een waarschuwing. Dat wordt als zeer oneerlijk ervaren en het zorgt er ook voor dat leerlingen steeds die grens op blijven zoeken bij de docenten die iets minder sterk voor de klas staan.

In het volgende blog leg ik haarfijn uit (hoop ik) hoe we dit aanpakken!

Aanvulling:
Ik plaats ook alle updates op Twitter: GertVerbrugghen (@VerbrugghenGert).

Gepubliceerd door Gert Verbrugghen

Al jarenlang ben ik gepassioneerd door het onderwijs. Ondertussen sta ik al 15 jaar voor de klas (in 2020). De laatste 5 jaar heb ik me met name verdiept in evidence-informed lesgeven, d.w.z. gebaseerd op onderzoek.

12 gedachten over “Een cultuur neerzetten op school (Deel II)

  1. Tip voor nog rustiger einde van de les: bel afschaffen. Die is helemaal niet nodig als je in elk lokaal een goede klok hangt (radio-atoomklok kost niet veel). Op de school waar ik werk (College de Heemlanden in Houten) hebben we al jaren geen bel meer. Bezoekers valt het altijd op hoeveel rust dat geeft.

    Like

  2. Beste Gert,

    Je geeft een paar mooie voorbeelden van hoe je op schoolniveau door eenduidige aanpakken structuur biedt. (en socialiseert) Ik herken het onvermogen wat je beschrijft als alle leerkrachten voor zichzelf een orde in het lokaal moeten realiseren zonder overstijgende schoolbrede afspraken. Op deze wijze ben je met elkaar voorspelbaar. Ik kan me voorstellen dat dit ook ten goede komt aan het gevoel van veiligheid. Het doet me denken aan Kok (Orthopedagoog). Vrij vertaald naar het pedagogisch didactisch klimaat heb je dan als eerste strategie schoolregels, als tweede klassenregels en als derde ruimte voor de individuele aanpak.
    Toch puzzelt me wel in hoeverre jullie doordenken op wat je als ‘opdracht’ voor de school ziet. Dit vraagt om een toelichting. In een eerdere reactie had ik het over pedagogiek van de aanpassing. Ik kan me voorstellen dat voor leerlingen en docenten jullie aanpak tevredenheid oplevert. Maar ik vraag me in hoeverre jullie meenemen wat jullie aanpak betekent voor de identiteitsontwikkeling van de leerling op school. Anders gezegd wat leert een leerling over zichzelf in relatie tot het omgaan met de verkeerregels. (Zie ook Verhoeven e.a. Exploreren kun je leren, De rol van onderwijs in de identiteitsontwikkeling van leerlingen NRO 2017)
    Anders gezegd, op welke wijze kan een leerling terugpraten en hoe gaan jullie om met zelfregulatie . Het zit ook een beetje in de taal van ‘neerzetten van een cultuur’.
    Ben benieuwd naar het vervolg.

    Like

    1. Beste hwerkman,

      dank voor je reactie! “Identiteitsvorming” en “persoonsvorming” zijn tegenwoordig heel populaire termen, echter zijn ze ook heel omvattend en, vind ik persoonlijk, vaag beschreven en ruim te interpreteren. Is het aan ons als school om een leerling als persoon te vormen? Ik denk dat het aan ons als school is om een veilige omgeving te bieden waar er ruimte is om jezelf te zijn (en je dus als persoon te vormen). Sommige mensen denken dat onze manier van werken de persoonsvorming van leerlingen beperkt, terwijl het tegenovergestelde net gebeurt. Je ziet dat er net méér ruimte is voor de leerling. In de klassen waar we dit systeem niet hebben (systeem vind ik geen mooi woord, eerlijk gezegd), zie je dat de drukke, populaire leerlingen de boventoon voeren. Je ziet dat 80% van de andere leerlingen dan een keuze hebben… of ze gaan mee in het gedrag of ze trekken zich helemaal terug. Die leerlingen komen dan ook helemaal niet tot hun recht (en persoonsvorming).
      Wij dragen een cultuur uit van hard werken, excellent werk en leren omgaan met tegenslagen/ fouten maken. Dát lijkt me goede persoonsvorming, toch? Daarnaast geven we hen heel veel kennis mee, zodat zij op basis van die kennis zelf beslissingen kunnen nemen over wat ze later willen en niet willen.
      In de lessen levensbeschouwing is er dan weer ruimte voor identiteitsontwikkeling.
      Een leerling kan zeker terugpraten, echter niet bij alles. Wanneer een leerling een demerit haalt, leren we hem hoe hij/zij kan terugpraten op een nette manier. Soms wordt die demerit dan ook weggehaald (wij maken ook fouten). Leerlingen mogen meepraten over wat we in onze beloningswinkel hebben. Echt, wanneer je met onze leerlingen praat, zie je echt blije kinderen die gelukkig zijn en graag leren. Wat wil je nog meer, zou ik zeggen.

      Die zelfregulatie is iets waar we m.i. heel erg aan werken. Een leerling moet zichzelf leren inhouden en niet zomaar door de klas praten, anders is er meteen een gevolg. Toen onze leerlingen voor kerst een voorlichting kregen over een goed doel, zaten ze allemaal stil te luisteren en stelden ze achteraf supergoede vragen. Bij klas 2, 3 en 4 was dat wel anders. Ook dát is zelfregulatie. We leren hen ook metacognitief werken, dus nadenken over je denken. Jezelf beoordelen, gericht omgaan met feedback. Ook dat valt onder zelfregulatie.

      Ik heb het idee dat sommige scholen zelfregulatie ook zien als “je moet hen fouten laten maken, zodat ze er van leren” en hen vervolgens veel te veel vrijheid geven. Ik heb járenlang op zo een school gewerkt en ik heb in de praktijk gezien wat dit teweeg brengt. Gedemotiveerde, luie leerlingen die écht niet leren van hun fouten, maar keer op keer dezelfde fout begaan omdat er geen sturing was. (net zoals bv. gezegd wordt: “laat ze maar eens onvoldoende halen voor een PW, daar leren ze wel van”. Nou, een enkeling leert ervan, maar de meerderheid zal volgende keer, zonder die sturing, gewoon weer die onvoldoende halen.)

      Like

      1. Bedankt voor je reactie. Even voor goede orde. Ik ben een voorstander van een coherente en consistente set van gedragsregels, herkenbaar beschreven en collectief uitgedragen door een team van docenten/medewerkers. Om allerlei redenen.
        Mooi ook om te lezen dat leerlingen betrokken worden bij het aanbod in de beloningswinkel. Waar ik nieuwsgierig naar ben in je verhaal is hoe individuele docenten in staat zijn/worden gesteld binnen dit kader zelf effectieve strategieën te ontwikkelen. (Zie het door jouw aangehaalde boek van David; pag 237 e.v.) Dus wat regel je collectief en wat is het domein van de individuele leraar. Datzelfde geldt eigenlijk op het niveau van de leerling. De ruimte is afgebakend. Dat is helder en mooi, want een noodzakelijke voorwaarde om daarbinnen te groeien. Echter waar is het one-size fits all en waar doet het recht aan de individuele ontwikkeling van de leerling (wetende dat, ook binnen het vmbo er op deze leeftijd grote verschillen zijn)
        Wat betreft de subjectwording (en geen persoonsvorming) en identificatie het volgende. Mijn stelling js dat de wijze van socialisatie (zoals je die beschrijft) van invloed is op de identiteitsontwikkeling en dat ik benieuwd hoe en of jullie dat meewegen. (Gaat dus niet over de levensbeschouwelijke identiteit)

        Tot slot, het lijkt erop dat we tegenover elkaar staan.
        Ik vermoed dat we dichter bij elkaar uitkomen in de praktijk. Ik gun het onderwijsdebat en onze dialoog dat we voorbij de dichotomie gaan. Evidence informed werken geeft mijns inziens handvatten voor inrichting maar geen recept. De door jouw benoemde zelfregulatie van ‘inhouden’ in de klas lijkt bv veel energie te kosten (Muraven en Baumeister 2000) en kan juist een tegengestelde werking hebben in zichzelf. Namelijk dat de bereidheid of het vermogen om je in te spannen op controle afneemt. Kan, hoeft niet. En dat maakt onderwijs juist zo boeiend.

        Like

      2. Hoi hwerkman, ik heb persoonlijk helemaal niet het gevoel dat we tegenover elkaar staan hoor. Dit hoort voor mij gewoon bij het ontwikkelen en beter worden.

        Even kort door de bocht bij je eerste vraag: Waarom zou een docent zelf effectieve strategieën moeten ontwikkelen, wanneer deze al bekend en bewezen zijn? Onze docenten hebben alle vrijheid om te kiezen welke strategie ze gebruiken, echter vragen we wel naar het “waarom”? Stel, een docent kiest voor een groepsopdracht waarbij groepjes van 4 een kijkdoos moeten maken voor de les geschiedenis. Dan vraag ik waarom ze met 4 mogen werken i.p.v. met 2 (principe van social loafing) en of de opdracht voldoet aan de voorwaarden van groepswerk (individual accountability / group goals). Daarbij vraag ik waarom die docent kiest voor een tekendoos en wat het leerdoel is van die opdracht (leren ze knutselen of leren ze geschiedenis?). Is er ook een andere manier waarop dit effectiever kan?

        Het voorbeeld is even wat extremer gesteld, aangezien geen docent bij ons nu voor zo een opdracht zou kiezen, maar docenten mogen zelf kiezen welke strategie ze gebruiken. Ze moeten echter niet gaan experimenteren met onze kinderen. Je kunt altijd wel eens op kleine schaal kijken of een bepaalde opdracht meer effect heeft dan een andere, dat is geen probleem. Maar je kunt bv. niet zeggen dat je bij wijze van experiment leerlingen een hoofdstuk zelfstandig laat doorwerken en er een powerpoint over laat maken. Dat kan niet.

        Wat betreft de leerling… het is voor een groot deel one-size fits all op het vlak van te behalen leerdoelen. Het is echter wel verschillend in ondersteuning (scaffolding). Wat betreft regels, structuur, etc … is iedereen gelijk. Ik denk dat je het met me eens bent dat je daar geen individuele aanpak kunt hanteren.

        Ik merk aan je verhaal dat je gefocust bent op de individuele ontwikkeling van de leerling. In mijn schooljaren (nu 20 jaar geleden) was dat helemaal geen issue… en naar mijn idee was dat ook geen probleem en heb ik (en vele anderen met me) ook mijn eigen identiteit ontwikkeld. Dat is uiteraard anekdotisch, maar we leven in een maatschappij die steeds meer geïndividualiseerd wordt… is dat nu echt wat we willen?

        Zou je je stelling willen toelichten met een voorbeeld? Wat zou je praktisch zien gebeuren? (je stelling over socialisatie bedoel ik)

        Tot slot, de zelfregulatie van “inhouden” in de klas lijkt veel energie te kosten. Dat klopt, dat merken we ook in de pauzes waar leerlingen veel actiever en beweeglijker zijn. Persoonlijk vind ik daar niks mis mee. Dat het een tegenstelde werking kan hebben… misschien, ik heb het nog niet gemerkt, bij geen enkele leerling (maar goed, ik kan niet in de hoofdjes kijken he).

        Nogmaals, we staan absoluut niet tegenover elkaar hoor. Ik stel het op prijs dat je reageert en doorvraagt, daar worden we allebei beter en wijzer van!

        Like

    2. Overigens, ik kan je het boek “What every teacher needs to know about psychology” van David Didau en Nick Rose aanbevelen. Er staat een heel hoofdstuk in over zelfregulatie.
      Volgens die definitie is zelfregulatie:
      – de vaardigheid om ons gedrag en onze impulsen te beheersen (dat hebben we ondervangen bij ons)
      – doelen kunnen stellen (onze leerlingen stellen nu nog geen doelen zelf, dat doen we later pas als de basis ligt)
      – ons gedrag monitoren (lijkt me ook ondervangen bij ons)
      – de wil om door te zetten tot een doel is bereikt (de lat ligt hoog bij ons, ook dat zit echt wel goed)
      – aandacht (check)
      – organisatie (voor latere jaren, nu nog niet)
      – zelfcontrole (check)
      – planning (nog niet, dat wordt voor latere jaren, we doen het nu voor = modelling, later zullen we daar meer ruimte in bieden)
      – geheugenstrategieën (zeker check!)

      Like

  3. Dag Gert,
    Dank voor je heldere en informatieve blogs. Ik vind jullie aanpak uitstekend en niet meer dan logisch. Kijk maar eens hoe tennissers als Rafaël Nadal en Roger Federer trainen en voorbereiden op wedstrijden en hoe zij gebruik maken van rituelen en de juiste focus. Discipline en concentratie zijn voor hen vertrouwde begrippen. Met een gestructureerde aanpak en voorbereiding Speel je simpelweg betere wedstrijden.
    Ik vind het ook interessant dat jullie aanpak op zoveel meer gebieden werkt. Vervang het woord klas en les maar eens voor vergadering en je weet gelijk waarom zoveel vergaderingen en teamoverleggen (in mijn werk tenminste) te lang duren, zo rommelig verlopen en waarom velen er eigenlijk een hekel aan hebben.
    Binnenkort evalueren we onze overleggen en wil ik jouw blog graag als voorbeeld inbrengen (waarbij ik les vervang door overleg). Maar eens kijken of men het principe erachter snapt.

    Like

    1. Dank je voor de reactie en het compliment! Gek genoeg, als ik zo je post lees, besef ik dat onze vergaderingen ook altijd te rommelig zijn en te lang duren. We bieden onze leerlingen heel veel structuur, maar misschien moeten we onszelf ook maar eens wat meer structuur bieden 😀 .

      Like

  4. Dag Gert,
    Dank voor je heldere en interessante blogs. Het is eigenlijk niet meer dan logisch dat jullie aanpak werkt. Kijk maar eens naar de manier hoe tennissers als Rafaël Nadal en Roger Federer trainen en zich voorbereiden op toernooien. Met rituelen, veel oefening en de juiste concentratie speel je simpelweg betere wedstrijden. Dat verklaart waarom deze spelers nog steeds tot de wereldtop horen. Daar valt nog veel meer over te vertellen uiteraard.
    Het mooie is dat jullie aanpak op meerdere gebieden en wervelden toepasbaar is. Vervang bijvoorbeeld les en klas eens door vergadering of bijeenkomst en dat werklaart wellicht dat zoveel van dit soort dingen zo rommelig en inefficiënt verlopen (tenminste in mijn werkomgeving wel).
    Ben heel benieuwd naar de blogs die nog komen en hoop dat je nog meer kunt vertellen over de werking van het werkgeheugen in relatie tot leren en informatie opnemen.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.